Neurologisch onderzoek
Neurologisch onderzoek
Zoals steeds moet ook hierbij begonnen worden met de primary survey.
Tijdens de primary survey is snel een indruk te verkrijgen van het bewustzijn met de
AVPU-methode:
- A: Alert, de patiënt is alert en reageert op zijn omgeving.
- V: Vocal, de patiënt is niet alert, maar reageert op aanspreken.
- P: Pain, de patiënt reageert niet op aanspreken, maar wel op pijn.
- U: Unresponsive, de patiënt reageert nergens.
Indien daarbij belangrijke afwijkingen worden onderkend, worden deze direct behandeld.
Tijdens de secondary survey wordt de GCS bepaald.
Glasgow Coma Scale : eenduidige scorelijst om bewustzijnsniveau van een patiënt te bepalen. Door op verschillende tijdstippen de GCS te bepalen, kan het beloop van de bewustzijnsstoornis worden beschreven
Meet drie reacties:
- het openen van de ogen (E)
- de motorische reactie (M)
- de verbale reactie (V)
Scorelijst EMV:
E: openen van de ogen
4 – spontaan: ogen spontaan open
3 – op aanspreken: bij het stellen van een vraag of aanroepen
2 – op pijnprikkel: na toedienen van een pijnprikkel
1 – niet: ogen blijven dicht
M: beste motorische reactie (let op: de reactie geldt voor de armen)
6 – gehoorzamen: het uitvoeren van opdrachten
5 – lokaliseren: het lokaliseren van de pijnprikkel (patiënt gaat af op de richting waar de prikkel vandaan komt)
4 – terugtrekken: terugtrekken van lichaamsdeel na pijnprikkel
3 – abnormaal buigen: van de armen, waarbij flexie van de pols en endo-rotatie van de arm.
2 – strekken: abnormaal strekken na pijnprikkel
1 – geen: geen reactie op pijnprikkel
V: beste verbale reactie
5 – georiënteerd: patiënt geeft correcte antwoorden op vragen
4 – verward: geeft onjuiste antwoorden, gedesoriënteerd in tijd, plaats of persoon
3 – inadequaat: geeft onsamenhangende antwoorden
2 – onverstaanbaar: maakt (onverstaanbare) geluiden
1 – geen: reageert niet De maximaal te behalen score is 15 punten.
T - tube
Wanneer een patiënt afatisch is of er een taalbarrière is, is het moeilijk om verbaal te scoren. Dit moet dan goed in het verpleegkundige verslag vastgelegd worden.
Volgorde van afname GCS:
- observeer de patiënt (op/met EMV-score)
- spreek de patiënt aan (op/met EMV-score)
- dien een pijnprikkel toe op het nagelbed (op/met EMV-score)
- dien een pijnprikkel toe onder de wenkbrauw/supra-orbitaal (op/met EMV-score)
Tegelijkertijd wordt er gekeken of de bewegingen van beide armen en beide benen symmetrisch zijn. Als er een links – rechts – verschil bestaat (lateralisatie), dan heeft het bewustzijnsverlies meestal een lokale oorzaak.
Pupilcontroles
Bij het vastleggen van de G.C.S. behoort ook de pupilcontrole.
De grootte, de vorm van de pupil en de gelijkheid in grootte van beide pupillen wordt beoordeeld.
Pupilverschil kan de volgende oorzaken hebben:
- neurologisch
- trauma van de orbita
- aangeboren
- oogprothese/lens, blindheid (één of beide ogen)
- metabool
- glaucoom.
Afwijking pupillen met een neurologische oorzaak:
- Grote pupillen bij angst, contusio cerebri
- Pinpoint pupillen bij stamverschijnselen
- Pupilverschil bij eenzijdige druk op de N.occulomotorius door oedeem, bloeding of tumor.
- Lichtstijfheid kan een teken van inklemming zijn.
Pupil verschil bij een wakkere patiënt is geen neurologisch alarmsymptoom
Medicatie kan ook de grootte/reactie van de pupillen beïnvloeden.(morfine, adrenaline, atropine)
De FAST-test
leden of omstanders wellicht behulpzaam De FAST-test (Face Arm Speech Time Test) is een snelle test om een beroerte bij iemand te herkennen. Hieronder staat aangegeven hoe deze test wordt uitgevoerd:
- Face (gezicht) : vraag aan de persoon om te lachen of de tanden te laten zien. Als de mond scheef staat of een mondhoek naar beneden hangt, kan dit duiden op een beroerte.
- Arm (arm) : vraag aan de persoon om beide armen op te tillen en voor zich uit te strekken met de binnenzijde van de hand naar boven. Als een arm wegzakt of rondzwalkt kan dit duiden op een beroerte. Vraag ook aan de persoon om de ogen te sluiten, dit vermijdt dat men visueel gaat corrigeren als een arm begint weg te zakken.
- Speech (spraak) : vraag aan de persoon of aan omstanders of er verandering in het spreken is opgetreden. Als de persoon onduidelijk begon te spreken of niet meer uit de woorden kon komen, kan dit duiden op een beroerte. Ook kunt u de persoon vragen tot 10 te tellen; wanneer hij cijfers herhaalt, verkeerd uitspreekt of bij een bepaald cijfer blijft steken, kan dit het gevolg zijn van een beroerte.
- Time (tijd) : Probeer van de persoon zelf, indien deze nog kan spreken, of van omstaanders te weten te komen hoe lang deze verschijnselen zich al voordoen. Dit is van belang voor de hulpdiensten in verband met de verdere behandeling van de CVA.
Doet minimaal één van deze bovenstaande verschijnselen zich voor, handel dan direct en bel het alarmnummer (112 ). Hoe eerder een beroerte behandeld wordt, hoe meer kans op herstel. Geef ook door hoe laat de verschijnselen begonnen.